Kritisch denken;
ik onderzoek zelf.
Ik bedenk verschillende vragen (opzoekbare, onderzoekbare en filosofische vragen).
Ik vraag door tot ik het echt begrijp.
Ik daag mezelf uit door het bedenken van vragen en maken van opdrachten waar ik écht iets van leer.
Ik ken en gebruik de stappen van opzoekend- en onderzoekend leren.
Ik gebruik meerdere (digitale) bronnen; ik ontdek evt. tegenstrijdigheden.
Probleemoplossend vermogen;
ik kies de beste aanpak.
Ik gebruik een handige aanpak bij ingewikkelde problemen.
Ik kan flexibel denken en eventueel originele strategieën hanteren.
Ik durf mijn grenzen te verleggen om een leergierige oplossende houding te ontwikkelen.
De oplossing geeft verdieping voor mijn volgende stap.
Samenwerken;
ik werk samen.
Er is bij mij evenwicht tussen mezelf zijn en aanpassen in de groep.
Ik kan een samen met anderen een taakverdeling maken bij groepswerk.
Ik heb een duidelijke inbreng in groepswerk.
Ik let erop dat iedereen een aandeel heeft in groepswerk.
ICT geletterdheid;
ik werk digitaal.
Ik breid mijn kennis van programmeer middelen en de ICT-wereld uit.
Ik kan diverse ICT-toepassingen effectief en op de juiste manier inzetten.
Ik ben kritisch in het gebruik van social media.
Sociaal culturele vaardigheden;
ik kan met mensen omgaan en maak deel uit van de samenleving.
Ik leer mijn weg te vinden en daarbij anderen te respecteren.
Ik werk en speel op een manier die ik bewust gekozen heb.
Ik leef in een wereld die ik ook zelf kan vormgeven.
Creativiteit;
ik ontwerp zelf.
Ik ben nieuwsgierig, ben kritisch over aannames.
Ik zet door en durf onzekerheid toe te laten.
Ik ben vindingrijk, ik gebruik daarbij verschillende denkgereedschappen, mijn intuïtie en verschillende invalshoeken.
Communiceren;
ik word begrepen.
Ik kan mijn standpunt duidelijk verwoorden en beargumenteren, luisteren en reageren op anderen.
Ik kan mijn resultaten begrijpelijk presenteren, op papier of digitaal.
Mijn non-verbale houding komt overeen met datgene dat ik bedoel of wil zeggen.
